Zonder trapleuning…

 

Afbeelding

Hij zag er eigenlijk weerloos uit. Het beeld van een bijna jongen nog. Opgepakt op het vliegveld. Veel pompeus gedrag van de Bengaalse agenten. De troffee die de wereld  heel even wakker schudde. Het besef van waar we allemaal mee bezig zijn. Wie zonder zonde is werpe de eerste steen. 1129 mensen verloren het leven. Nog eens 2515 mensen gewond. Het is gewoon alweer meer dan een jaar geleden. Een baby werd geboren onder het puin. Die had Stephen King nog niet verzonnen.

 

Ik dacht terug. Zou het 2008 zijn geweest ?  Zo iets . Het airport op Dhaka heette nog Zia Airport. Het gekrioel van de mensen menigte was zoals elke dag. En bij iedere keer dacht ik weer, wat doet iedereen hier toch ? Maar het was al beter dan het geweest was. Ik had vechtpartijen meegemaakt om mijn trolley te vervoeren. Nu wimpelde ik ze af. De reis was voorspoedig geweest. Doha – Dhaka, ik was bijna de enige europeaan geweest in het toestel. Arbeiders gingen terug naar hun familie. Arbeiders zijn het grootste export produkt van Bangladesh. 1 man met 40 of vijftig paspoorten had voor me gestaan. De arbeiders er achter. De meesten konden niet lezen of schrijven. Iets zei me dat de man met de vijftig paspoorten veel geld verdiende aan die stakkers die schoonmaak werk deden of bouwden in Qatar.  De warmte viel als een deken op me. De chauffeur van het Royal Park hotel lachte zijn tanden bloot.  ” Mr Peter, welcome back….” Hij gilde tegen een opdringerige bedelaar, ik rook de geur die ik als Bangladesh bestempelde, onbestemd, raar, iets anders dan de Londense metro. Maar het leek erop. Ik keek naar buiten, de weg naar het hotel kon ik dromen. Een kwartier hoog uit. Ik wist dat ik nog genoeg in de auto zou zitten die week. Mannen die urineerden tegen een muur, vlak bij wat marktkramen waar groete en fruit werd verkocht. De airco stond te hard in de Toyota, ik kreeg kippenvel.  De staf boog  als knipmessen als ik het hotel binnen kom. Ik slaap op de eerste etage. Dat is fijn. Niet altijd met de lift. De chauffeur heb ik getipt, en nu de jongen nog die mijn koffer ( met textielmonsters )  en mijn reistas naar binnen brengt. ” Any laundry Sir ? ” en hij lacht.. Ik schud van niet, hij kijkt me bruine ogen aan. Dan zie ik de ogen afdalen naar zijn fooi. Hij legt me nog even uit hoe de afstandsbediening werkt.

 

We zijn bijna 12 uur verder .. Ik ben op Road 19 B in Mohakali bij Manik. Hij is begin veertig en noemt me ” old man ” want alle mannen met grijs haar zijn ” old men ” en ik voel me oud ook en afgeknoedeld.  De koffer is leeg inmiddels. Pullovers liggen overal, merchandisers wegen ze . Geratel op rekenmachines .. Geschreeuw en gedoe. Er zijn ongeveer 10 man in de kamer. Ik krijg vers fruit en water. Ik leg maatschema’s op de pullovers. Morgen gaan we verder nieuwe dag. ” What is that  ?  ”  Ik kijk naar een jeans die hij eigenlijk niet doet. ” Not your thing is it … simple jeans 12 oz but with special washing .. ”  Ik gooi de jeans naar Manik en hij is al aan de telefoon. “We can come …”  Manik had zijn eigen fabriek maar deed alleen knitt ( gebreid )  ..Jeans was niet zijn ding maar natuurlijk had ie contacten. Manik klopte op de ruime toyota en de chauffeur werd met een schok wakker en zette zijn leuning recht op, op zijn verweerde gezicht waren er druppels van zweet. Ik kreeg water en Manik vertelde dat het niet ver was. Ik kon me dat niet voorstellen we waren niet echt in een fabrieken buurt. Hier waren de kantoren. De buying houses …

 

We stopten voor een oud flat gebouw. We liepen naar de tweede etage. Er waren geen leuningen bij de trap. De stenen trappen waren uitgesleten. Het licht was schemerig. De duisternis viel in een kwartier in Dhaka. Er was wisseling van de wacht. Arbeiders gingen en kwamen. Ze werden gefouilleerd. Dat was nieuw voor me. Ik zag kinderen bij hun moeder op een karton. De vrouwen keken weg zoals ze altijd wegkeken als ze een europeaan zagen. Ik werd moe en misselijk. Er werd productie gedraaid voor H N M.

” Manik, this is no BSCI factory ….” Manik zweeg. Hij had spijt van zijn voorstel om me hier mee naar toe te nemen. ” Ok, we listen to him but I will not do any bsns with this man, do y hear me….” Ik siste het. De fabrikant was niet ouder dan 30. Zijn gezicht lachte. Of ik cola wilde, want elke european wilde cola en hij lachte overdreven..

We gingen naar zijn buro. Koud de airco loeide. Hij blafte wat naar een medewerker. Er kwam productie die hij gemaakt had. Voor Lidl maakte hij veel, en voor H + M en voor Kik in Germany,. Ik keek naar de prijsetiketten. Een kinderjeans voor € 9,99, zelfs 1 voor Kik van € 4,99 …” Good Quality…”  Manik ratelde in het Bengaals, en de man keek me donker aan.  Ik hoorde Manik zeggen ” BSCI ” een soort keurmerk voor fabrieken. De man blafte weer wat tegen een andere medewerker. Ik kreeg een document in mijn hand gedrukt. Het bewijs dat de fabriek gecertifiseerd was. Ik legde uit dat ik een te kleine speler voor zijn fabriek zou zijn en dat ik verontrust was over de staat van de fabriek. En dat ik begreep dat ie gecertifiseerd was maar dat ik niet begreep hoe H + M  inspectie hier mee akkoord kon gaan. De fabrikant liep zonder me een blik waardig te gunnen weg. En gilde wat in het Bengaals naar Manik, 1 zin was in het Engels …. ” The under the table money …….”  Afbeelding